Luid op spoor

Wat is spoorluid?
Spoorluid is luid geven van de hond op een vers haarwild spoor van haas, ree, konijn, wildzijn, vos of hert. Haarwild is wild met een huid of vacht. Spoorluid  is het signaal voor de andere honden (zie ook meutewerk) dat de gezamenlijke jacht begint. Een voorbeeld hoort u in het geluidsfragment hiernaast. Dit spoorluid moeten alle brakken(*) hebben. Spoorluid is erfelijk en wordt door goede fokkerij behouden.

Verschillende soorten luid
Er zijn naast spoorluid (op vers haarwild) nog twee andere soorten luid:

  • zichtluid of hetzluid: dit is het luid dat een hond geeft als hij het wild ziet. Dit luid is veel feller als spoorluid.
  • standluid: door luid geven proberen een hert of zwijn dat is vastgezet (gesteld) op de plaats te houden. Dit luid is voor de jager die zijn hond goed kent, zeer herkenbaar.

Sommige honden zijn overdreven luid en geven zelfs luid op sporen van andere honden of zelfs mensen. Deze honden zijn “waidluid’’. Dit wordt door de keurmeester getest op een stuk grond zonder geurspoor: geeft de hond hier luid zonder dat er een spoor loopt dan volgt diskwalificatie.

Luid op spoor
In “luid op spoor” wordt de hond getest op spoorluid. Bij de “luid op spoor proef” loopt de voorjager met zijn hond in het veld een flink stuk achter de keurmeesters. Als een haas opgaat zal de hond op aanwijzing van de keurmeesters op het spoor worden gezet. De hond wordt naar gelang de prestatie beoordeeld. Spoorluid proef is altijd op haas, omdat dit wild zich in het open veld bevindt en goed te volgen is voor de keurmeesters.

Honden die aan deze proef deelnemen moeten de kwalificatie schotvast hebben (meer hierover leest u hier).

Deze tekst is opgesteld met dank aan John Feijen (keurmeester bij Orweja veldwedstrijden).

 

(*) Brakken (“lopende honden”) zijn jachthonden die zelfstandig op zoek gaan naar wild en het spoor van het in beweging gebrachte wild luid gevend over grote afstand vasthoudend blijven volgen. Dit in tegenstelling tot de zgn. lange honden (zoals windhonden) die het wild op zicht bejagen. Brakken werken graag in een meute.